Allereerst, van harte gefeliciteerd met de mijlpaal van afgelopen jaar 30 van jaar Missiewerk, en nog eens extra eigenlijk met je kordate voornemen om rustig door te gaan. Als daar Gods zegen niet op rust! Het ga je goed, jou en jouw medewerkers! Wie heeft dat in de gaten, wat jullie doen? Het is van het grootste belang, echt christelijke inzet voor je medemensen ver weg. Wij zijn in Albanië nog steeds een arme kerk, dat wil zeggen geheel afhankelijk van de rijkere landen. De prijzen voor levensmiddelen rijzen de pan uit.
De zusters in Fushe Mamurras betalen voor nog eens vijf jongens in de Don Bosco school. Die twee “van ons”, Leonard Nika en Valentin Gjergji, zijn al drie weken begonnen en vandaag heb ik hun schoolgeld en voor Leonard ook het Convict betaald. Zij lijken serieus bezig te zijn en ook de beide meisjes, Klodiana Hasani en Elona Nikolli, doen hun best. Zondag waren zij er ook en kwamen na de Mis even met me praten. Ik ben van plan ze regelmatig op te zoeken. Ze zijn voor het eerst van huis!
We hebben afgelopen zaterdag het “Paulusjaar” geopend. Met een tot de nok toe gevuld kerkgebouw hebben we om 11.00 plechtig de Eucharistie gevierd. Voor ons in Albanië een speciale gebeurtenis, aangezien Sint Paulus hier zou zijn geweest is (zie ook Romeinenbrief 15:19).
Deze regels ben ik al enige dagen geleden begonnen en -zonder ze af te maken- Je zou kunnen zeggen, dat ik aan een paar vrije dagen toe ben. Niet alleen is het hier alweer 40 graden, zoals te doen gebruikelijk in de maanden juli en augustus, maar ook is de werkdruk behoorlijk heftig. Deze maanden hebben we -God zij dank!- veel meer huwelijksinzegeningen dan tijdens de andere maanden van het jaar. We nemen hier de huwelijksvoorbereiding nog erg serieus. Het is bovendien een troost en een bemoediging om te zien hoeveel jonge mensen het ideaal en het sacrament van het christelijke huwelijk nastreven. Sinds ik in Tirana werk (vanaf oktober vorig jaar) is mijn pastorale werk veel intensiever en grootschaliger geworden.
Nog is de psychologie niet beschreven van een volk, dat vier decennia lang niet mocht nadenken en dat om te overleven geen andere weg openbleef dan die van “doen alsof”. Het “geloof” in het communisme werd gepraktiseerd uit pure angst. En de mensen die het tot iets brachten in die maatschappij huichelden zichzelf naar de top!
Nu ze tenslotte toch weer ook in God mogen geloven, zien we ze in drommen de berg van Sint Antonius opkruipen om een nacht lang kaarsjes te branden in een spleet in de rots naast hun paspoort in de hoop daar een visum in te krijgen! Europa is het grote toverwoord in alle nu reeds talrijke politieke partijen. En de mensen die hopen op een mentaliteitsverandering bij de Albanezen komen al gauw tot de conclusie, dat ook de vijf eeuwen van Turkse huishouding, voordat “koning” Zog en even later Enver Hoxha de macht grepen, enorm veel aan initiatief en aan creativiteit hebben gesmoord.
De armen blijven aandringen en komen praktisch iedere dag aan de bel trekken. Ik probeer met het geld van de Vastenactie in Groningen structuur te brengen in de levens van de opgroeiende jeugd door ze te helpen naar school te gaan, soms door de school te betalen, soms alleen de boeken, soms alleen de bus. Talrijk zijn ook de aanvragen van hulp voor de bouw: een dakreparatie, een paar ramen, deuren. Maar dat is vreselijk moeilijk, omdat je vragen oproept als: “Waarom zij wel en wij niet?” Discretie is bijna onmogelijk. Er komen ook mensen ronduit om brood vragen, of om een nacht in een goedkoop hotel, zodat ze zich eens kunnen wassen. Overigens hebben de jongens van de Don Bosco School in Tirana, afkomstig uit mijn vorige parochie Dukagjin i Ri, allemaal hun diploma behaald, behalve Leonard Nika, die nu naar de tweede klas van het gymnasium is overgegaan.
Dank Cor, voor al je goede inzet! Ook voor je gebed!
Don Henry